In totaal zijn er veertien Olympische goden.
Zeus: oppergod, god van de lucht en het weer
Poseidon: god van de zee, aardbevingen en paarden
Hades: god van de onderwereld
Hera: godin van het huwelijk
Demeter: godin van de landbouw en graan
Hestia: godin van huis en haard
Ares: god van de oorlog
Aphrodite: godin van de liefde, schoonheid en vruchtbaarheid
Pallas Athena: godin van de wijsheid, krijgskunst en techniek
Hephaistos: god van de smeedkunst, het vuur en vulkanen
Apollo: god van het licht, de muziek, de kunsten, boogschieten, de zon en de geneeskunst
Artemis: godin van de jacht, kuisheid, de natuur en boogschieten
Hermes: boodschapper van de goden, god van de handel, dieven en reizigers
Dionysos: god van de wijn en de feesten